1)
Raadpleeg voor gebruik en montage en details over markering/codering de uitgebreide
handleiding.
2)
De apparatuur is gecertificeerd voor gebruik als categorie 1D, 1/2D en 2D apparatuur
volgens certificaat Sira 09ATEX9356X en kan worden gebruikt in explosiegevaarlijke
zones 20, 21 en 22. De apparatuur is ook gecertificeerd voor gebruik als categorie 3G
apparatuur volgens certificaat Sira 09ATEX4357X en mag worden gebruikt in
explosiegevaarlijke zone 2.
3)
Deze apparatuur heeft een maximale oppervlaktetemperatuur van 139 °C (in een 80°C
omgeving). Raadpleeg de van toepassing zijnde regels voor het selecteren van deze
apparatuur m.b.t. stofexplosietemperaturen.
4)
De apparatuur is gecertificeerd voor gebruik in een omgevingstemperatuurbereik van
-40 °C tot 80 °C.
5)
De apparatuur is niet getest als veiligheidstoestel (zoals omschreven in richtlijn 94/9/EC
Annex II, bepaling 1.5).
6)
Installatie en inspectievan deze apparatuur moet worden uitgevoerd door voldoende
getraind en geautoriseerd personeel in overeenstemming met de geldende normen.
7)
De apparatuur moet dusdanig worden geïnstalleerd dat de voedingskabel is beschermd
tegen mechanische beschadigingen. Er mag geen trek- of torsiebelasting op de kabel
staan. De producent van de apparatuur is niet verantwoordelijk voor levering van de
voedingskabel.
8)
Reparatie van deze apparatuur moet worden uitgevoerd door voldoende getraind en
geautoriseerd personeel in overeenstemming met de geldende normen.
Raadpleeg de
SPECIALE VOORWAARDEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
Het achtervoegsel 'X' achter het certificaatnummer heeft betrekking op de volgende speciale
voorwaarde(n) voor veilig gebruik:
• Delen van de behuizing kunnen niet-geleidend zijn en kunnen een elektrostatisch niveau
genereren dat in staat is om een ontsteking op te wekken onder extreme omstandighe-
den. De gebruiker moet er voor zorgen dat de apparatuur niet wordt geïnstalleerd in een
locatie waar deze kan worden blootgesteld aan externe condities (zoals hogedruk stoom)
welke een opbouw van elektrostatische lading kan veroorzaken op niet-geleidende
oppervlakken.
• De eindgebruiker moet waarborgen dat een beschermingsklasse van minimaal IP65
wordt gehandhaafd bij elke doorvoer naar de behuizing door gebruik van een afdek-
plaatje of kabeldoorvoervoorziening die voldoet aan de vereisten van de beschermings-
concepten type 'n' of verhoogde veiligheid 'e' of vlambestendig 'd' .
• De toevoer naar de apparatuur moet een nominale waarde hebben voor een te
verwachten kortstluitstroom van niet meer dan 10 kA en moet worden beveiligd met een
zekering met geschikte nominale waarde.
Pagina NL-18
SPECIALE VOORWAARDEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
SITRANS LR560 (HART)
op pagina 18
7ML19985XF82