Instructies speciaal voor installatie in explosiegevaarlijke zones
(Referentie Europese ATEX richtlijn 94/9/EC, Annex II, 1.0.6)
De volgende instructies gelden voor apparatuur die valt onder certificaatnummers
SIRA 11ATEX2348X en SIRA 09ATEX4156X.
1)
Raadpleeg de volledige handleiding voor gebruik en montage.
2)
De apparatuur is gecertificeerd voor gebruik als categorie 1GD, 1/2D, 2D apparatuur
overeenkomstig SIRA 11ATEX2348X en categorie 3G apparatuur overeenkomstig
SIRA 09ATEX4156X.
3)
De apparatuur mag worden gebruikt met ontbrandbare gassen en dampen met
apparaatgroepen IIC, IIB en IIA en temperatuurklassen T1, T2, T3, en T4.
4)
De apparatuur heeft een beschermingsklasse IP67 en een temperatuurklasse van
T100 °C en mag worden gebruikt bij brandbare stofproducten.
5)
De apparatuur is gecertificeerd voor gebruik in een omgevingstemperatuurbereik
van –40 C tot 80 C.
De apparatuur is niet getest als veiligheidstoestel (zoals omschreven in richtlijn
6)
94/9/EC Annex II, bepaling 1.5).
7)
Installatie en inspectie van deze apparatuur moet worden uitgevoerd door
voldoende opgeleid personeel, conform de geldende normen (EN 60079-14 en
EN 60079-17 in Europa).
8)
De apparatuur kan niet worden gerepareerd.
9)
De certificaatnummers hebben een 'X' suffix, hetgeen aangeeft dat speciale
condities van toepassing zijn voor veilig gebruik. Diegene die deze apparatuur
installeren of inspecteren moeten toegang hebben tot de certificaten.
10) Wanneer de apparatuur in contact kan komen met agressieve stoffen, dan is het de
verantwoordelijkheid van de gebruiker om de nodige maatregelen te nemen om te
voorkomen dat het instrument negatief wordt beïnvloed, en zo te waarborgen dat de
typeclassificatie niet in gevaar komt.
- Agressieve stoffen: bijvoorbeeld zure vloeistoffen of gassen die metalen
aantasten, of oplosmiddelen die invloed kunnen hebben op polymeren.
- Geschikte voorzorgsmaatregelen: bijvoorbeeld, vaststellen aan de hand van
het datablad van het materiaal dat het bestand is tegen specifieke chemische
stoffen.
SPECIALE VOORWAARDEN VOOR EEN VEILIG GEBRUIK
Het achtervoegsel 'X' achter het certificaatnummer heeft betrekking op de volgende
speciale voorwaarde(n) voor veilig gebruik:
•
Ongebruikte kabelinvoeren moeten worden afgedekt met plaatjes die alleen
m.b.v. gereedschap verwijderd kunnen worden.
•
Eventuele wartels, doorvoeren of afdichtingen die op de apparatuur wordt
aangebracht moet geschikt zijn voor gebruik in aanwezigheid van brandbare
stoffen en moet als zodanig zijn gecertificeerd door een geautoriseerd instituut;
de installatie van deze apparaten mag geen gevaar opleveren voor de IP6X
beschermingsklasse van de behuizing van de apparatuur.
•
Voor toepassingen waarvoor de spoelfunctie nodig is, moet de gebruiker een
voorziening treffen die waarborgt dat brandbaar stof uit het explosiegevaarlijke
gebied niet kan binnendringen in de spoeltoevoer op zodanige wijze dat de Ex-
classificatie in gevaar kan komen.
A5E32114443
SITRANS LR260 (PROFIBUS PA) – QUICK START HANDLEIDING Pagina NL-9