Inhoudsopgave Veiligheidsvoorschriften..v Stationsspecificaties. . 36 Een station installeren . . 37 Kennisgeving lithiumbatterij . vii Een beveiligingsbeugel installeren . . 40 Veiligheidsvoorschriften voor de modem . vii Kap terugplaatsen en kabels aansluiten . .
Page 6
Handelsmerken . . 72 Trefwoordenregister ..73 Handboek voor de gebruiker...
Veiligheidsvoorschriften GEVAAR Elektrische stroom van lichtnet-, telefoon- en communicatiekabels is gevaarlijk. Houd u ter voorkoming van een schok aan het volgende: v Sluit geen kabels op dit product aan en verwijder deze ook niet tijdens onweer. Eveneens is het af te raden om tijdens deze weersomstandigheden een installatie, onderhoudswerkzaamheden of nieuwe configuratie uit te voe- ren.
Page 8
v Avant de retirer les carters de l’unité, mettez celle-ci hors tension et décon- nectez ses cordons d’alimentation, ainsi que les câbles qui la relient aux réseaux, aux systèmes de té lécommunication et aux modems (sauf instruction contraire mentionnée dans les procédures d’installation et de configuration). v Lorsque vous installez, que vous déplacez, ou que vous manipulez le présent produit ou des périphériques qui lui sont raccordés, reportez-vous aux instructions ci-dessous pour connecter et déconnecter les différents cordons.
Kennisgeving lithiumbatterij Waarschuwing: Als de batterij op onjuiste wijze wordt vervangen, bestaat er explosiegevaar. Gebruik ter vervanging alleen IBM-batterijen met onderdeelnummer 33F8354 of een gelijksoortige batterij die door de leverancier wordt aanbevolen. De batterij bevat lithium en kan bij verkeerd gebruik exploderen. Houd u aan het volgende: v Gooi de batterij niet in water v Verwarm de batterij niet boven 100°C...
Consignes de sécurité relatives au modem Lors de l’utilisation de votre matériel téléphonique, il est important de respecter les consignes ci-après afin de réduire les risques d’incendie, d’électrocution et d’autres blessures : v N’installez jamais de cordons téléphoniques durant un orage. v Les prises téléphoniques ne doivent pas être installées dans des endroits humides, excepté...
Page 11
indiquées dans le sous-chapitre J du DHHS 21 CFR relatif aux produits à laser de classe 1. Dans les autres pays, elle est certifiée être un produit à laser de classe 1 conforme aux normes CEI 825 et CENELEC EN 60 825. Lorsqu’une unité...
Over dit boek Deze publicatie bevat instructies voor het installeren van de meeste opties in de computer. Deze publicatie bevat ook een overzicht van de voorzieningen van de computer en informatie over de plaats van de aansluitingen en het bijwerken van de configuratie instellingen.
Informatiebronnen In het bij de computer geleverde Naslagboek vindt u informatie over het installeren van de computer en het starten van het besturingssysteem. Verder bevat deze publicatie informatie over probleemoplossing, softwareherstelprocedures, Help- en service-informatie en garantiegegevens. Raadpleeg Access IBM (op het bureaublad) voor nadere informatie over de compu- ter.
Hoofdstuk 1. Overzicht ® Hartelijk gefeliciteerd met de aanschaf van uw IBM -computer. In deze computer zijn de nieuwste ontwikkelingen verwerkt op het gebied van PC-technologie. Bovendien kan de computer in de toekomst eenvoudig worden uitgebreid. Door hardwareopties te installeren kunt u de mogelijkheden van de computer een- voudig uitbreiden.
Voorzieningen In dit gedeelte vindt u een overzicht van de voorzieningen, vooraf geïnstalleerde software en specificaties die betrekking hebben op de computer. Microprocessor ® ™ ™ Intel Pentium 4 met 256 kB intern L2 cachegeheugen en Intel NetBurst micro- architectuur Geheugen v Ondersteuning voor drie DIMM’s (dual in-line memory modules) (sommige modellen)
Page 18
v Drie audioaansluitingen (lijnuitgang, lijningang en microfoon) v IEEE 1394-aansluiting (bepaalde modellen) v Aansluitingen aan de voorzijde voor microfoon en hoofdtelefoon (bepaalde modellen) Uitbreidingsmogelijkheden v Stationsvakken – Klein desktopmodel: 3 – Desktopmodel: 4 – Microtower: 5 v 32-bits PCI-adaptersleuven (PCI = peripheral component interconnect) –...
Geteste besturingssystemen v Linux v PC DOS Specificaties In dit gedeelte vindt u de fysieke specificaties van uw computer. 1. De besturingssystemen die hier staan genoemd, worden op het moment dat deze publicatie ter perse gaat onderworpen aan een compatibiliteitstest. Ook kan IBM na het verschijnen van dit boekje concluderen dat er nog meer besturingssystemen compatibel zijn met deze computer.
Fysieke specificaties — klein desktopmodel Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 104 mm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 360 mm Maximumconfiguratie: 200 Watt Diepte: 412 mm Luchtverplaatsing Maximaal ongeveer 0,45 kubieke meter per drie Gewicht minuten Minimumconfiguratie bij levering: 8,1 kg Maximumconfiguratie: 9,1 kg Geluidsniveau Gemiddelde geluidsproductie: Omgevingsvoorwaarden...
Fysieke specificaties — desktopmodel Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 140 mm (5,5 inch) Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 425 mm (16,7 inch) Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 425 mm (16,7 inch) Luchtverplaatsing Maximaal ongeveer 0,68 kubieke meter per drie Gewicht minuten Minimumconfiguratie bij levering: 10,0 kg Maximumconfiguratie: 11,4 kg Geluidsniveau Gemiddelde geluidsproductie:...
Fysieke specificaties — microtowermodel Afmetingen Warmte-afgifte (bij benadering): Hoogte: 444,5 mm Minimumconfiguratie: 75 Watt Breedte: 165,1 mm Maximumconfiguratie: 230 Watt Diepte: 497,8 mm Luchtverplaatsing Maximaal ongeveer 0,79 kubieke meter per drie Gewicht minuten Minimumconfiguratie bij levering: 9,1 kg Maximumconfiguratie: 10,2 kg Geluidsniveau Gemiddelde geluidsproductie: Omgevingsvoorwaarden...
Beschikbare opties Enkele beschikbare opties: v Externe opties – Parallelle apparaten, zoals printers en externe stations – Seriële apparaten, zoals externe modems en digitale camera’s – Audioapparatuur, zoals externe luidsprekers voor het geluidssysteem – USB-apparaten, zoals printers, joysticks en scanners –...
Page 24
Neem bij het omgaan met opties en computeronderdelen de volgende voorzorgs- maatregelen in acht om schade door statische elektriciteit te voorkomen: v Beweeg zo min mogelijk. Door beweging kan er statische elektriciteit ontstaan. v Ga voorzichtig met de onderdelen om. Pak adapters en geheugenmodules bij de randen vast.
Hoofdstuk 2. Externe opties installeren In dit hoofdstuk worden de externe aansluitingen van de computer beschreven, waarop u externe opties kunt aansluiten, zoals externe luidsprekers, een printer of een scanner. Voor sommige externe opties moet u aanvullende software installeren. Als u een externe optie toevoegt, kunt u in dit hoofdstuk vinden werken aanslui- ting u moet gebruiken.
Page 26
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het desktopmodel bevinden. 1 USB-aansluiting 2 USB-aansluiting In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de voorkant van het microtowermodel bevinden. Opmerking: Niet alle computermodellen beschikken over de hier afgebeelde aan- sluitingen.
De plaats van de aansluitingen aan de achterkant van de computer In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen aan de achterkant van het kleine desktopmodel zich bevinden. Zie pagina 16 voor een beschrijving van de aansluitingen. 1 Muisaansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Parallelle poort 9 Ethernet-aansluiting 3 Audio-lijningang...
Page 28
aansluitingen. 1 Voedingsaansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Muisaansluiting 9 Ethernet-aansluiting 3 Parallelle poort 10 Seriële poort 4 Audio-lijningang 11 Seriële poort 5 PCI-sleuven 12 USB-aansluitingen 6 AGP-sleuf 13 Toetsenbordaansluiting 7 Audio-lijnuitgang Opmerking: De meeste aansluitingen op de achterkant van de computer zijn voor- zien van een kleurcode.
Page 29
In onderstaande afbeelding ziet u waar de aansluitingen zich aan de achterkant van het microtovermodel bevinden. Zie pagina 16 voor een beschrijving van de aansluitingen. 1 Muisaansluiting 8 Microfoonaansluiting 2 Toetsenbordaansluiting 9 Audio-lijnuitgang 3 USB-aansluitingen 10 Audio-lijningang 4 Seriële poort 11 AGP-sleuf 5 Parallelle poort 12 PCI-sleuven...
Aansluiting Beschrijving Muisaansluiting Hierop kunt u een muis, trackball of een ander aanwijs- apparaat aansluiten dat geschikt is voor een standaard muis- aansluiting. Toetsenbordaansluiting Hierop kunt u een toetsenbord aansluiten dat geschikt is voor een standaard toetsenbordaansluiting. USB-aansluitingen Hierop kunt u een apparaat aansluiten waarvoor een USB- aansluiting (Universal Serial Bus) vereist is, bijvoorbeeld een USB-scanner of een USB-printer.
Hoofdstuk 3. Interne opties installeren — klein desktopmodel De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheu- gen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. De kap verwijderen Belangrijk Lees, voordat u de kap verwijdert, “Veiligheidsvoorschriften”...
De locatie van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Voedingseenheid 5 DIMM 2 PCI-sleuf 6 Vaste-schijfstation 3 AGP-sleuf 7 CD- of DVD-station 4 Steunbalk 8 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter.
In de volgende afbeelding ziet u waar de onderdelen van de systeemplaat zich bevinden. 1 Microprocessor 9 Batterij 2 DIMM-aansluitingen (1, 2, 3 van links 10 SCSI LED-aansluiting naar rechts) 3 Aansluiting voorpaneel 11 PCI-sleuven 4 Voedingsaansluiting 12 Audioaansluiting voorpaneel 5 Aansluiting diskettestation 13 CD-ROM-audioaansluiting 6 Primaire IDE-aansluiting...
v Gebruik een willekeurige combinatie van DIMM’s van 64 MB, 128 MB, 256 MB of 512 MB v DIMM-hoogte van 38,1 mm (1.5 inch) U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 17. 2.
Page 35
U installeert als volgt een adapter: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 17. Hoofdstuk 3. Interne opties installeren — klein desktopmodel...
Page 36
2. Kantel de hendel van een van de stationsvakken naar voren en kantel daarna de behuizing van het stationsvak naar boven (zie afbeelding) totdat deze rechtop staat. Herhaal deze procedure voor het overgebleven stationsvak. 3. Verwijder de steunbalk door deze naar buiten te trekken. Handboek voor de gebruiker...
Page 37
4. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de adaptersleuf waarin u de adapter wilt installeren. 5. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 6. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 7. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. 8.
Interne stations installeren In deze paragraaf leest u hoe u interne stations kunt installeren of verwijderen. Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. Door het toevoegen of vervangen van stations in de computer kunt u de opslagca- paciteit uitbreiden of de computer geschikt maken voor het lezen van andere typen media, zoals bijvoorbeeld CD-ROM’s.
Opmerkingen: 1. Stations die hoger zijn dan 41,3 mm (1,6 inch) kunnen niet worden geïnstal- leerd. 2. Installeer stations voor verwisselbare media (banden of CD’s) in een van bui- tenaf bereikbare vak: vak 2. Een station installeren Als u een CD- of DVD-station wilt installeren in vak 2, gaat u als volgt te werk: 1.
Page 40
6. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaatjes op één lijn liggen en draai de schroeven vast. 7. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 28. Een beveiligingsbeugel installeren Om diefstal van de computer te voorkomen, kunt u een extra beveiligingsbeugel (5 mm dik) en -kabel aan de computer bevestigen.
5. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot. 1 Beveiligingsbeugel 2 Gaten voor beugel 3 Moeren Volgende stappen: Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Page 43
3. Houd de kap boven de computer en kantel de kap naar beneden totdat deze vastklikt. 4. Sluit de externe kabels en netsnoeren weer aan op de computer. Zie “Hoofd- stuk 2. Externe opties installeren” op pagina 11. 5. Hoe u de comfiguratie bijwerkt, leest u in “Hoofdstuk 6. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”...
Hoofdstuk 4. Interne opties installeren — desktopmodel De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheu- gen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. De kap verwijderen Belangrijk: Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften”...
De locatie van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 CD-ROM-station 7 DIMM’s 2 USB-aansluiting voorzijde 8 Systeemplaat 3 USB-aansluiting voorzijde 9 Microprocessor en koelelement 4 Optioneel stationsvak 10 AGP-sleuf 5 Vaste-schijfstation 11 PCI-sleuven 6 Diskettestation Onderdelen van de systeemplaat herkennen De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu-...
In de volgende afbeelding ziet u waar de onderdelen van de systeemplaat zich bevinden. 1 Microprocessor 9 Batterij 2 DIMM-aansluitingen (1, 2, 3 van links 10 SCSI LED-aansluiting naar rechts) 3 Aansluiting voorpaneel 11 PCI-sleuven 4 Voedingsaansluiting 12 Audioaansluiting voorpaneel 5 Aansluiting diskettestation 13 CD-ROM-audioaansluiting 6 Primaire IDE-aansluiting...
U installeert een DIMM als volgt: 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 31. 2. Mogelijk moet u eerst een adapter verwijderen voordat u bij de DIMM-sleuven kunt komen. Zie “Adapters installeren” op pagina 34. 3. Voor de plaats van de DIMM-aansluitingen Zie “Onderdelen van de systeem- plaat herkennen”...
2. Ontgrendel en verwijder het kapje en het afdekplaatje van de adaptersleuf waarin u de adapter wilt installeren. 3. Haal de adapter uit de antistatische verpakking. 4. Installeer de adapter in de juiste sleuf op de systeemplaat. 5. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. Volgende stappen: v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Interne stations zijn apparaten waarmee de computer gegevens leest en opslaat. U kunt extra stations in de computer installeren om de opslagcapaciteit uit te breiden of om de computer geschikt te maken voor het lezen van andere typen media. De volgende typen stations zijn beschikbaar: v Vaste-schijfstations v Bandstations...
Hieronder ziet u een overzicht van de stations die u in de vakken kunt installeren. 1 Vak 1 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 CD-ROM-station (standaard in sommige inch.) modellen) 5.25-inch vaste-schijfstation 2 Vak 2 - Maximumhoogte: 41,3 mm (1,6 5,25-inch vaste-schijfstation inch.) 3,5-inch vaste-schijfstation (montagebeugel vereist)
Page 52
5. Kantel de hendel van het stationsvak naar voren en kantel daarna de behuizing van het stationsvak naar boven (zie afbeelding) totdat deze rechtop staat. 6. Zorg dat het station dat u installeert juist is ingesteld als master- dan wel slave- apparaat.
Page 53
signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat. De stappen voor het aansluiten van een IDE-station zijn verschillend per type aan te sluiten station. Zoek hieronder naar de procedure die van toepassing is voor uw type stationsaansluiting. Aansluiten van het eerste IDE CD- of DVD-station 1.
Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Kap terugplaatsen en kabels aansluiten” op pagina 41. Een beveiligingsbeugel installeren Om diefstal van de computer te voorkomen, kunt u een extra beveiligingsbeugel (5 mm dik) en -kabel aan de computer bevestigen.
5. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot. 1 Beveiligingsbeugel 2 Gaten voor beugel 3 Moeren Volgende stappen: Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Page 56
3. Houd de kap boven de computer en kantel de kap naar beneden totdat deze vastklikt. 4. Sluit de externe kabels en netsnoeren weer aan op de computer. Zie “Hoofd- stuk 2. Externe opties installeren” op pagina 11. 5. Hoe u de comfiguratie bijwerkt, leest u in “Hoofdstuk 6. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken”...
Hoofdstuk 5. Interne opties installeren — microtower De mogelijkheden van uw computer zijn gemakkelijk uit te breiden. U kunt geheu- gen, stations en adapters toevoegen. Raadpleeg bij het installeren van een optie zowel deze instructies als de instructies die bij de optie zijn geleverd. De kap verwijderen Belangrijk: Lees eerst “Veiligheidsvoorschriften”...
De locatie van componenten In onderstaande afbeelding kunt u zien waar de verschillende onderdelen zich bevinden. 1 Microprocessor en koelelement 4 PCI-adapter 2 DIMM 5 Voedingseenheid 3 AGP-sleuf De voedingseenheid verplaatsen Om bij sommige onderdelen van de systeemplaat te kunnen, moet u de voedings- eenheid verwijderen.
Page 59
2. Druk op het kunststof lipje om de voedingseenheid te ontgrendelen. 3. Verplaats de voedingseenheid naar buiten. 4. Om de voedingseenheid weer terug te plaatsen, voert u de stappen in omge- keerde volgorde uit. Hoofdstuk 5. Interne opties installeren — microtower...
Onderdelen van de systeemplaat De systeemplaat, ook wel moederbord genoemd, is de hoofdprintplaat in de compu- ter. De systeemplaat zorgt voor de uitvoering van alle basisfuncties en ondersteunt daarnaast een verscheidenheid aan apparaten. Dit geldt zowel voor apparaten die vooraf in de fabriek zijn geïnstalleerd als voor apparaten die u op een later tijdstip zelf installeert.
Page 61
v Plaats een nieuwe geheugenmodule in de eerste vrije aansluiting, beginnend bij DIMM 1 v 3,3 volt, synchroon, 168-pens, ongebufferd, 133 MHz SDRAM-geheugen (synchronous dynamic random access memory) v Gebruik een willekeurige combinatie van DIMM’s van 64 MB, 128 MB, 256 MB of 512 MB v DIMM-hoogte van 38,1 mm (1.5 inch) U installeert een DIMM als volgt:...
Volgende stappen: v Plaats adapters die u verwijderd hebt weer terug. v Plaats de voedingseenheid weer terug. v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Vervangen van kap en aan- sluiten van kabels”...
5. Plaats het kapje van de adaptersleuf terug. Volgende stappen v Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte. v Als u de installatie wilt voltooien, gaat u naar “Vervangen van kap en aan- sluiten van kabels”...
Stationsspecificaties De computer wordt geleverd met de volgende door IBM geïnstalleerde stations: v Een CD- of DVD-station in vak 1 (bepaalde modellen) v Een 3,5-inch diskettestation in vak 3 v Een 3,5-inch vaste-schijfstation in vak 4 Als er in vak 1 en vak 2 geen stations zijn geïnstalleerd, zijn deze vakken bedekt met een metalen plaatje en een kunststof afdekplaatje.
Installeren vanstation U kunt als volgt een intern station installeren. 1. Verwijder de kap. Zie “De kap verwijderen” op pagina 43. 2. Als de computer een CD- of DVD-station heeft, moet u wellicht de signaal- en voedingskabels verwijderen uit het station. 3.
Page 66
6. Installeer het station in het vak. Zorg dat de schroefgaten op elkaar aansluiten en plaats de twee schroeven waarmee het station in het vak wordt bevestigd. 7. Voor elk IDE (Integrated Drive Electronics)-station zijn twee kabels nodig; een 4-aderige voedingskabel om aan te sluiten op de voedingseenheid en een signaalkabel om aan te sluiten op de systeemplaat.
3. Sluit een einde van de signaalkabel aan op het station en sluit een ander uit- einde aan op de secundaire IDE-aansluiting op de systeemplaat. U voorkomt elektronische ruis door alleen de stekkers aan de uiteinden van de kabel te gebruiken.
5. Steek de kabel door de beugel en sla hem om een vast object. Maak vervolgens beide uiteinden van de kabel aan elkaar vast met een slot. 1 Beveiligingsbeugel 2 Gaten voor beugel 3 Moeren Volgende stappen: Als u met een andere optie wilt werken, gaat u naar het desbetreffende gedeelte.
Page 69
dat deze vastklikt. 4. Sluit de externe kabels en netsnoeren weer aan op de computer. Zie “Hoofd- stuk 2. Externe opties installeren” op pagina 11. 5. Hoe u de comfiguratie bijwerkt, leest u in “Hoofdstuk 6. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken” op pagina 57. Belangrijk: Als het netsnoer de eerste keer wordt aangesloten, gaat de computer mogelijk een paar seconden aan en dan weer uit.
Hoofdstuk 6. Het programma IBM BIOS Setup gebruiken Het programma IBM BIOS Setup is opgeslagen in het EEPROM (Electrically Erasable Programmable Read-Only Memory) van uw computer. U kunt het pro- gramma IBM BIOS Setup gebruiken om de configuratie van de computer te bekij- ken en te wijzigen, ongeacht het besturingssysteem dat u gebruikt.
Systeemwachtwoord Het systeemwachtwoord voorkomt dat onbevoegde personen uw computer kun- nen gebruiken. Configuratiewachtwoord Het configuratiewachtwoord voorkomt dat de configuratie-instellingen door onbe- voegden worden gewijzigd. Als u belast bent met het configureren van diverse computers, is het verstandig met een configuratiewachtwoord te werken. Als er een configuratiewachtwoord is ingesteld, verschijnt er iedere keer dat u het programma IBM BIOS Setup wilt starten een wachtwoordaanwijzing.
kabels aansluiten” op pagina 41 (desktopmodel) of “Vervangen van kap en aansluiten van kabels” op pagina 54 (microtower). 8. Zet de computer weer aan en wacht ongeveer tien seconden voordat u hem weer uitzet. Als u de aan/uit-schakelaar voor ongeveer 5 seconden ingedrukt houdt, wordt de computer uitgeschakeld.
De opstartvolgorde wijzigen Om de primaire opstartvolgorde of de opstartvolgorde bij automatisch opstarten te bekijken of te wijzigen, gaat u als volgt te werk: 1. Start het programma IBM BIOS Setup (zie “Het programma IBM BIOS Setup starten” op pagina 57). 2.
Bijlage A. De batterij vervangen De computer heeft een speciaal geheugen voor de datum, de tijd en de instellingen voor de ingebouwde voorzieningen, zoals de toewijzing (configuratie) van de parallelle poort. Door middel van een batterij blijft deze informatie ook bewaard nadat u de computer hebt uitgezet.
Page 76
plaatsen en kabels aansluiten” op pagina 41 (desktopmodel) of “Vervangen van kap en aansluiten van kabels” op pagina 54 (microtower). Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afge- beeld.
Bijlage B. Systeemprogramma’s bijwerken Hieronder vindt u informatie over het bijwerken van systeemprogramma’s (POST/BIOS) en het herstellen van die hierbij kunnen optreden. Systeemprogramma’s De basislaag van de software die in elke computer is ingebouwd, wordt gevormd door systeemprogramma’s. Tot de systeemprogramma’s horen de zelftestroutines (POST), de BIOS-instructies (basic input/output system) en het programma IBM BIOS Setup.
Page 78
4. Indien nodig raadpleegt u het onderwerp ’Adapters installeren’ voor het ver- wijderen van adapters die de toegang tot de CMOS wis/herstel-jumper blok- keren. 5. Verzet de jumper van zijn normale positie (pennetjes 1 en 2) naar pennetjes 2 en 3. 6.
Bijlage C. Systeemadrestoewijzing De volgende tabellen geven aan hoe de vaste schijf verschillende soorten informa- tie opslaat. Het adresbereik en de bytegrootte is bij benadering. Systeemgeheugen toewijzing De eerste 640 kB van het RAM op de systeemplaat wordt toegewezen vanaf het adres hex 00000000.
Bijlage D. IRQ- en DMA-kanaaltoewijzingen In de volgende tabellen vindt u de IRQ- en DMA-kanaaltoewijzingen. Tabel 4. IRQ-kanaaltoewijzingen Systeemresource Kritische systeemfout Systeembeheerinterrupt voor energiebeheer Timer Toetsenbord Cascade interrupt van slave-PIC COM2 (bepaalde modellen) COM1 Beschikbaar voor de gebruiker Diskettecontroller LPT1 Real-time klok Video, ACPI Beschikbaar voor de gebruiker...
Bijlage E. Kennisgevingen en merken Deze publicatie is opgesteld voor producten en services aangeboden in de Vere- nigde Staten van Amerika. Verwijzing in deze publicatie naar producten (apparatuur en programmatuur) of diensten van IBM houdt niet in dat IBM deze ook zal uitbrengen in alle landen waar IBM werkzaam is.
Kennisgeving over uitvoer naar televisie De volgende kennisgeving is van toepassing op modellen met een voorziening voor uitvoer naar televisie. Dit product bevat technologie voor auteursrechtbescherming die wordt beschermd door bepaalde octrooien in de V.S. en andere intellectuele eigendomsrechten van Macrovision Corporation en anderen.