OBJ_BUCH-1546-003.book Page 43 Wednesday, May 14, 2014 4:32 PM
Stel in dit geval het meetgereedschap horizontaal op en wacht
het zelfwaterpassen af. Zodra het meetgereedschap zich bin-
nen het zelfwaterpasbereik van ±4° bevindt, schijnen de
laserstralen continu.
Bij trillingen of veranderingen van plaats tijdens het gebruik
vindt automatisch opnieuw waterpassen van het meetgereed-
schap plaats. Controleer na het waterpassen de positie van
de laserstralen met betrekking tot referentiepunten om fou-
ten door een verschuiving van het meetgereedschap te voor-
komen.
Werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
(zie afbeelding F)
Duw voor werkzaamheden zonder automatisch waterpassen
de aan/uit-schakelaar 4 in de stand „
waterpassen uitgeschakeld is, knipperen de laserlijnen continu.
Als automatisch waterpassen uitgeschakeld is, kunt u het
meetgereedschap in uw hand houden of op een schuine
ondergrond plaatsen. De laserstralen verlopen niet meer
noodzakelijk loodrecht op elkaar.
Nivelleernauwkeurigheid
Nauwkeurigheidsinvloeden
De grootste invloed oefent de omgevingstemperatuur uit.
Vooral vanaf de grond naar boven toe verlopende tempera-
tuurverschillen kunnen de laserstraal afbuigen.
Omdat de temperatuurverschillen in de buurt van de grond of
vloer het grootst zijn, dient u het meetgereedschap indien
mogelijk op een in de handel verkrijgbaar statief te monteren
en het in het midden van het werkoppervlak op te stellen.
Behalve externe invloeden, kunnen ook apparaatspecifieke
invloeden (zoals een val of een hevige schok) tot afwijkingen
leden. Controleer daarom altijd voor het begin van de werk-
zaamheden de nauwkeurigheid van het meetgereedschap.
Als de nauwkeurigheid van de horizontale puntstralen binnen
de maximaal toegestane afwijking ligt, is daarmee ook de
nauwkeurigheid van de verticale puntstralen en de laserlijnen
gecontroleerd.
Als het meetgereedschap bij een van de controles de maxima-
le afwijking overschrijdt, dient u het door een Bosch-klanten-
service te laten repareren.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de breedteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 20 meter op
een stabiele ondergrond vóór een muur nodig.
– Monteer het meetgereedschap op 20 meter afstand van de
muur op de houder resp. een statief of plaats het op een
stabiele en vlakke ondergrond. Schakel het meetgereed-
schap in en kies de vijfpuntsfunctie.
Bosch Power Tools
– Richt een van de beide zijwaartse laserstralen die langs de
on". Als automatisch
breedteas van het meetgereedschap verlopen op de muur.
Laat het meetgereedschap waterpassen. Markeer het mid-
den van de punt van de laserstraal op de muur (punt I).
– Draai het meetgereedschap ca. 180° zonder de hoogte te
veranderen. Laat het waterpassen en markeer het midden
van de punt van de andere zijwaartse laserstraal op de
muur (punt II). Let erop dat punt II zoveel mogelijk recht
boven of recht onder punt I ligt.
– Het verschil d tussen beide gemarkeerde punten I en II op
de muur levert de feitelijke hoogteafwijking van het meet-
gereedschap op.
Op het meettraject van 2 x 20 = 40 m bedraagt de maximaal
toegestane afwijking: 40 m x ±0,3 mm/m = ±12 mm.
Het verschil d tussen de punten I en II mag daarom hoogstens
12 mm bedragen.
Horizontale waterpasnauwkeurigheid van de lengteas
controleren
Voor de controle heeft u een vrij meettraject van 20 meter op
een vaste ondergrond tussen twee muren A en B nodig.
– Monteer het meetgereedschap dicht bij muur A op de hou-
der resp. een statief of plaats het op een stabiele en vlakke
ondergrond. Schakel het meetgereedschap in en kies de
vijfpuntsfunctie.
Nederlands | 43
2 0
m
d
180°
1 609 92A 0KZ | (14.5.14)